Monday, January 26, 2009

Cuscurama IV: afscheid

Zoals met alles, zou ook mijn vrijwilligerswerk, mijn verblijf in Cusco en daarmee mijn sedentaire periode in Peru, een einde kennen. Vorige week maandag was het dan zo ver, mijn laatste dag in de hoge Peruaanse stad, mijn laatste keer werken in de jeugdgevangenis, mijn laatste rit in het veeleisende openbare vervoer en mijn laatste ademnood in steile straatjes. Ik moest om 8u in het jeugdcentrum Marcavalle zijn, omdat de opvoeders alsnog geinteresseerd bleken in mijn presentatie over motivatie en geen gebruik hadden gemaakt van de eerste versie de week voordien, omwille van een staaltje Latijns-Amerikaanse communicatie. Het verwachte scepticisme bleef uit en zelfs de meest repressieve werknemers stonden open voor een andere benadering, het was een aangename voormiddag. Van de jongens waarmee ik de laatste twee maand had gewerkt, had ik de week voordien al afscheid genomen, omdat ik dacht dat het toen mijn laatste keer zou zijn, en na mijn uitleg haastte ik me terug naar het centrum om de obligate laatste prullen te regelen voor ik de Andesvallei achter me zou kunnen laten. De belangrijkste onder die prullen waren de mensen van wie ik afscheid wou nemen, Lohita van het vegetarisch kraampje, Nidia van het internet en natuurlijk Juan Carlos, mijn mentor in Marcavalle en begeleider in de Peruaanse gemeenschap, die zich meer en meer ontpopt had tot een goede vriend, ondanks het grote leeftijdsverschil. De meeste van mijn andere vrienden waren al vertrokken en van de laatste overblijvenden had ik in het weekend afscheid genomen. Lohita bewees ik de eer van een laatste vegetarische lunch en Nidia mocht mijn laatste toetsaanslagen aanschouwen. In een vlaag van gemeende hoffelijkheid had ik voor beide vrouwen in mijn Cuscaanse leven een kleine chocolade attentie voorzien en ze smolten sneller dan het ontvangen kleinood.
Juan Carlos nam me ´s avonds mee voor een Pisco Sour in de bar van zijn familie, samen met een neef en zijn vriendin uit Arequipa, waarna we een schitterende pizza aten in de meest toeristische straat van de stad. We hadden meer dan aangenaam samengewerkt in de laatste maanden, we waren best productief geweest, ondanks de Latijns-Amerikaanse obstakels, en hadden ons bijzonder goed geamuseerd.. net zoals onze samenwerking was ook ons afscheid zuiders getint en de laatste woorden moesten het zonder een vaste stem doen..
Ik nam mijn laatste taxi huiswaarts, onaantastbaar voor de pogingen van de chauffeur om me meer te vragen dan hij zou mogen, na vier maanden bikkelharde training in afdingen. In mijn appartment wachtten me de laatste handdrukken aan mijn vriendelijke huisgenoten van de laatste weken, alvorens mijn valies nog enkele uren zijn deel van de aandacht opeiste.
Van Cusco zelf zal ik niet zó veel missen, de grootsheid en chaos van de stad kunnen bij wijlen stresserend zijn en het massatoerisme verwelkt vaak de idyllische pracht van de legendarische stad. Maar toch, naast het boeiende werk in Marcavalle had Cusco nog andere herinneringen op zijn naam staan. Wat ik het meeste zal missen is haar ligging, hoog tussen de bergen, in een vallei, op duizelingwekkende hoogte, omringd door de groene, afgeronde toppen met hun kleurrijk landbouwpatroon, waar ik tot op de laatste dag nog andere, onbekende tinten groen in bleef ontdekken; de grote straat vlakbij mijn appartement, die horizontaal tegen een flank ligt, waardoor mijn tocht naar het centrum in het begin steeds vergezeld werd van een prachtig uitzicht over de ingenomen vallei; de uitdeining van de stadsgrenzen op de flanken van de groene bergen, alsof de bewoners hun stad niet goed onder controle hebben en ze van elk onbewaakt moment gebruik maakt om stilletjes verder omhoog te kruipen, het dal uit, de bergtoppen tegemoet; het nachtelijke Cusco, waarin je vanop het Plaza de Armas kunt zien hoe gele lichtjes de onregelmatige grenzen van die uitdeinende stad aangeven en ze nog verder lijkt te komen dan overdag te zien is... waar ik ook aan zal terugdenken zijn de dagdagelijkse contacten met de Peruanen, bij wie de dollartekens in hun ogen snel uitdoven en plaats maken voor bescheiden vriendelijkheid eenmaal ze merken dat je hun taal spreekt en niet de zoveelste toerist op doortocht bent...
het waren vier leuke maanden in Cusco, maar ik heb minstens evenveel zin in de weken reizen die nog voor me liggen, hoewel geen enkel hostel zo vertrouwd zal voelen als de oude Incastad die ik achter me laat...

Tuesday, January 13, 2009

Cuscurama III: de regels van een Peruaanse vrouw

Peru is een verscheiden en boeiend land en ik had zeker nog niet met alle aspecten kennis kunnen maken, er was nog heel wat onontgonnen terrein te begaan...
Al weer een heel tijdje geleden was ik samen met Rein uitgenodigd op het verjaardagsfeest van de vader van zijn voormalige gastfamilie. Ik moest die avond Engelse les geven tot 21u en na een snel avondmaal haastte ik me naar het feest. Nog maar nauwelijks binnen werden de stoelen en tafels aan de kant geschoven om de dorstige Peruanen hun dans te gunnen en de rest van de avond zou de dansvloer geen rust meer gegund worden. Europeaan zijn bleek geen uitvlucht en evenmin onze licht onverdonderde gelaatsuitdrukking kon de meute mild stemmen.. we werden onverbiddelijk van onze stoelen gesleurd, werden verwacht ons aan te passen aan steeds wisselende streekdansen en zelfs ons onbekende groepsdansen werden ons niet onthouden. Onder de dansenden was zowaar een zeer mooie Peruaanse nicht van de familie aanwezig, wiens interesse mij al gauw tot iets individuelere dansen verleidde. Van het een kwam het ander en op het eind van de avond wist ik haar telefoonnummer te bemachtigen. Ik liet het ijzer niet afkoelen en al snel had ik een date voor het weekend...
De dag zelf belde ik nog even voor de laatste richtlijnen en ze vroeg naar haar thuis te komen, vanwaaruit we dan wel verder zouden zien. Nietsvermoedend nam ik een taxi naar een wijk in de buurt van het vliegveld en na wat zoeken belde ik aan bij een residentieel appartementsgebouw, waar duidelijk niet eender welke Peruaan zijn intrek kon nemen. Haar zus liet me binnen en ik werd naar de keuken begeleid.. waar ik het eerste half uur met de moeder zou moeten doorbrengen.. Ruthie, want zo heette ze, had blijkbaar nog wat werk in de badkamer. Naïef als ik was dacht ik gewoon dat het meisje wat te laat aan haar outfit begonnen was en ik keuvelde rustig met haar moeder, schoonbroer en zus, vergezeld van een cocathee en een stukje Paneton(Peruaanse Kerstcake geïnspireerd op de Italiaanse versie). Ruthie kwam de badkamer uit, haar schoonheid gedeeltelijk bedekt onder een laag schmink, en na een beleefd afscheid verlieten we het ouderlijke huis op zoek naar een taxi. De rit naar het centrum nam ik voor mijn rekening en ook het eerste drankje in een of andere vruchtensapbrasserie. Na die alcoholvrije consumptie trokken we naar Indigo, een van onze favoriete bars, en onderweg vroeg ze me of ik haar een snoepje wou kopen... hoewel steeds bereid tot hoffelijkheid, vroeg ik me toch af waarom het arme meisje zich een dergelijke kleinigheid niet kon veroorloven.. ze zei dat ze niets had meegenomen.. het begon me al lichtelijk te dagen. Ik kocht haar een snoepje en een sigaret (dat kan je hier apart kopen, zoals vroeger in de Goeden Koop.. weet je nog) en een weinig ontstemd ging ik haar voor naar ons volgende café. We vonden een gezellig hoekje en bestelden elk een biertje, de ober bracht ons een leeg glas en een flesje en liet het schenken aan ons over. Ik goot de Cusqueña gretig in mijn glas en begon te drinken... Ruthie's bier bleef onaangeroerd staan naast haar smachtende glas. In een tweede opstoot van hoffelijkheid en denkend dat het meisje weinig ervaring had met het in de hand houden van een schuimkraag, bood ik haar aan haar glas in te schenken.. graag zei ze, want zo moest dat eigenlijk.. en we moesten ook eerst klinken voor we ons glas aan onze lippen mochten zetten...
Het dagen en ontstemd zijn was stilaan geëvolueerd naar een lichte ergernis en ik smeet mijn last op tafel. Ik vroeg hoeveel fouten ik al gemaakt had deze avond... Wel, blijkbaar had ik op straat niet voor haar mogen lopen en moest zij ook steeds aan de kant van de muur lopen. De deur voor haar open houden had ik niet áltijd ter harte genomen en de hele avond voor haar betalen is simpelweg hoe het hoort. Dat halfuurtje met haar moeder was hoofdzakelijk om goedkeuring los te weken en als het even kon zou ik haar straks nog met de taxi naar huis moeten begeleiden.. de dubbele rit was uiteraard voor mijn rekening. Mijn tolerantie bleek zijn grens gepasseerd en ik maakte haar op een beschaafde manier duidelijk dat ik niet van plan was een protocol te volgen als ik met een meisje wou uitgaan. Ik had geen zin om haar heel de avond te betalen, wou niet de macho spelen die voor haar zorgde, betaalde en haar naar huis bracht en apprecieerde het meer als een vrouw haar recht op onafhankelijkheid opeiste. Ruthie had wel wat buitenlandse vrienden en begreep mijn bedenkingen.. ..maar toch bleek ze te verwachten dat ik de regels zou volgen. Onze diepgaande cultuurclash liet ook haar niet onberoerd en ze zei onze versiergewoontes eerder ongemakkelijk te vinden...
We slaagden erin onze botsende waardepatronen te laten voor wat ze waren, onverhoopt werd het zowaar nog gezellig en ik waagde het erop gebruik te maken van het moment.. de kus bleek onverwacht prepuberaal te zijn (hoewel ze 28 was) en wederom was de conservativiteit bevreemdend. Deze keer zei ik er niets van en even later bracht ik haar dan toch maar naar huis in een taxi. De even preutse afscheidskus werd vergezeld van de vraag haar te bellen als ik tijd had en ik begreep dat ook nu al de macht bij de man zou terecht komen. Ik keerde huiswaarts, betaalde voor de dubbele rit en lichtelijk ontsteld zocht ik mijn bed op.. voor ik insliep besefte ik dat dit niet voor herhaling vatbaar was, een meisje versieren volgens voorschriften en regels maakte het geheel net iets te gecompliceerd.. wie weet moest ik eerst een getrouwheidscertificaat kunnen voorleggen voordat ik een echt kus kreeg.. nee, ik zou gebruik maken van mijn positie in het spel en hoopte dat Ruthie niet te lang zou wachten op haar volgende telefoontje...

Saturday, January 10, 2009

Cuscurama II: culinaire alledaagsheid

Peru staat erom bekend een enorm uitgebreid culinair aanbod te hebben. Het land is op te delen in drie grote geografische regio's, kust, Andes en jungle, die allen een verschillend pallet aan smaken voortbrengen. Daarnaast is Peru hét land van de aardappel en Peruanen beweren graag dat ze 4000 verschillende soorten patatten verbouwen (sommigen spreken zelfs van 7000). Zoals in vele zuiderse landen eten Peruanen liefst twee keer per dag warm en 's morgens bijna niets (tot mijn frustratie de eerste maand in mijn gastgezin), elke warme maaltijd wordt zonder uitzondering voorafgegaan door een bord soep.
Wat opvalt in het Cuscaanse straatbeeld zijn de vele straatkraampjes. Op straat wordt een veelheid aan eten geserveerd van een hapje tot een hele maaltijd.. maiskolf met kaas (choclo con queso), saté's van rundshart (anticucho), gevulde aardappel (papa relleno), broodjes, empanadas, tot verschillende soorten thee. Daarnaast wemelt Cusco van restaurantjes, eetplaatsjes, bistro's... letterlijk in elke straat is er een overaanbod aan eetgelegenheden, een café zonder iets om te eten vind je moeilijk en eenmaal je een beetje uit het toeristisch centrum gaat bieden de meesten ook gewoon dezelfde formule aan, die zowel 's middags en 's avonds bestaat uit soep en een hoofdgerecht. Je zou je bijna afvragen hoe al die etablissementen overleven... tot je merkt dat de gewone Peruaan eigenlijk hoofdzakelijk buitenshuis eet. Buiten het toeristisch circuit vindt je makkelijk een menu voor 3 á 4 sol (0,7 á 0,9 €) en alle keren dat we thuis kookten slaagden we er niet in deze dumpingprijzen te evenaren. Niet dat elke eetgelegenheid voor die prijs dezelfde kwaliteit aanbiedt, het is wel even zoeken naar plaatsen waar je graag vaste klant wil zijn. De wisselvallige kwaliteit is meteen een weerspiegeling van de alledaagse Peruaanse culinariteit. Ondanks hun uitgebreide variëteit aan ingrediënten, hun verschillende streekproducten en bij wijlen heerlijke gerechten is hun dagdagelijkse keuken soms ronduit ongeïnspireerd. Hun soepen zijn meestal erg lekker en voedzaam (met rijst of quinoa), maar de hoofdgerechten laten het wel eens afweten. Saus kennen ze hier niet en buiten een pikant dipje, gemaakt van aji (de Peruaanse chilipeper), waarmee ze wat extra smaak aanbrengen, staat er meestal zelfs geen flesje olie op tafel. Potentieel indrukwekkende gerechten, waar je al eens wat meer voor betaalt, worden zo door hun droogheid gereduceerd tot een alledaagse maaltijd. Daarnaast wordt er elke dag, maar dan ook elke dag, rijst gegeten en die wordt bijna altijd vergezeld van frieten. Voor een land dat trots verkondigt 4000 verschillende soorten aardappelen te produceren is hun variëteit aan bereidingswijzen even groot als de creativiteit van een Hollands broodje kroket. Vaak is het ook gewoon de soberheid van het hoofdgerecht dat teleurstelt, een stuk vlees, rijst, frieten en drie schijfjes tomaten zijn soms het enige dat je bord sieren. Al bij al valt er ook niet zo veel te klagen, eenmaal je een schappelijk etablissement gevonden hebt, waar ze uitblinken in onderhoudendheid, kan je elke dag goed eten voor nog geen euro... en elke dag twee keer op restaurant gaan geeft je ook gewoon het gevoel dat je het gemaakt hebt in het leven...
Naast het opzoeken van iets duurdere avondmaaltijden (7 á 8 sol) eten we 's middags eigenlijk meestal op de markt van San Blas. Verschillende eettentjes bieden daar menu's aan, vaak in bedenkelijke hygiënische omstandigheden, maar er is er slechts één die ons van in het begin wist te bekoren, die qua hygiëne en kwaliteit heel de markt onder tafel kookt, die ons steeds een heerlijk maal weet voor te schotelen voor slechts 3 sol en onze naam al bijna in haar krukjes mag krassen. 'Govinda' is zo waar een vegetarisch tentje, wat dus wilt zeggen dat ik, ja ik, 4 á 5 keer per week gerechten zonder vlees naar binnen speel. De uitbaatster, Lohita, is het soort vrouw dat je door haar vriendelijkheid en spontaniteit direct op je gemak laat voelen in haar vaak overrompelde eetstandje. Haar kleine zaakje is zonder twijfel het meest succesvolle van heel de markt en haar populariteit verleidt sommige concurenten meer dan eens tot jaloezie en biskandatie, zeker haar zure buren. Ze is al 20 jaar bij de Hare Krishna en leeft al even lang zonder vlees. Nadat ze met haar innemende glimlach je dag heeft opgeluisterd biedt ze je soep of zelfgemaakte yoghurt aan, waarna je mag kiezen uit twee hoofdgerechten. In België laat een vegetarische maaltijd me zelden voldaan de tafel verlaten, maar Lohita heeft me vegetarisch leren eten zonder te moeten klagen over het gebrek aan proteïnen. Dag na dag verlaat ik voldaan de markt, een hoop vitaminen en een glimlach rijker. De versheid van haar ingrediënten, de originaliteit van haar vleesvervangers en de gemoedelijke sfeer die haar semi-hippiecliënteel telkens met zich meebrengen hebben me half bekeerd tot een eetgewoonte met een kleinere ecologische voetafdruk. Als ik één ding zal missen van Cusco, dan is het Lohita's aparte veggiewereldje daar in die hoek van de San Blas markt... hopelijk blijft er nog iets van over in België...

Wednesday, January 7, 2009

De film is beter dan het boek

Medereizigers kijken meestal raar op als ik vertel dat ik geen camera heb, ze bekijken me dan alsof ik reis zonder paspoort en toch overal binnengeraak. Als ik op reis ga ben ik echter niet zo bezig met foto's nemen en als ik dan toch eens toevallig een camera heb geleend van iemand, dan moet ik er steeds aan denken dat ik dat ding ook moet gebruiken. Ook op deze langere reis in Peru en omstreken had ik geen fototoestel meegenomen, maar deze keer was het anders. Hoe langer hoe meer begon ik te merken dat ik in dit geval wel graag wat foto's had kunnen maken. Wat je hier ziet schreeuwt soms om een foto, alsof het respectloos zou zijn enkel op je herinneringen te vertrouwen. Ik kan het natuurlijk wel beschrijven, maar de natuur die je hier tegenkomt is bij wijlen zo indrukwekkend dat het pretentieus zou zijn om te denken dat de verwoordingen op mijn blog ze volledig tot haar recht kan laten komen. Ik was dus stilaan begonnen om foto's van medereizigers te kopiëren en ben er eigenlijk al in geslaagd van elk tripje een kleine selectie te bemachtigen. Hoewel ik altijd vind dat het boek beter is dan de film leek het me misschien toch tijd om mijn verhalen wat op te luisteren en een link te plaatsen naar een fotosite. Ik heb me hier dan ook deze week eens op toegelegd en het resultaat staat te wachten op http://picasaweb.google.com/Thomas.Ameel. Voorlopig staan er vijf albums op, maar dat zullen er uiteraard meer worden. Niet elk album heeft zijn verhaal, enkel 'Machu Picchu' (Oude Berg - Een mistige mythe), 'Choquekiraw' (In het spoor van de norse ezelgids) en 'Salar de Uyuni' (Gezouten oneindigheid) hebben hun bijhorende relaas in woorden. Ik heb alle teksten met foto's aangepast en onderaan een verwijzing gemaakt naar de fotosite (de film is beter dan het boek - ...), zo zal het vanaf nu dus steeds zijn als de film het boek beter moet maken...

Monday, January 5, 2009

Gezouten oneindigheid

Na onze gefaalde jungleplannen, die hun val in het water niet overleefd hadden, besloten we die andere bijzonderheid van Bolivië op te zoeken, helemaal in de andere uithoek van dit ingesloten land. In de uiterst zuidelijke provincie van Bolivië, Potosi, ligt de Salar de Uyuni, een immense zoutvlakte (12 500 km2) die bijna gelijk loopt met de Chileense grens. Deze witte eindeloosheid, op meer dan 3500 meter hoogte, is Bolivië's belangrijkste toeristische trekpleister en zelfs buiten het seizoen schoven voornamelijk travellers aan voor de nachtbus in de grote terminal in La Paz. De tocht bleek een helse rit te zijn, die eindigde over eindeloze kilometers ruwe zandweg die heel de bus deed trillen en alles wat los lag in het rond vibreerde, tot we aankwamen in het relatief kleine Uyuni. Via ons hostal in de Boliviaanse hoofdstad hadden we een erg goedkope touroperator kunnen boeken en ze stonden ons zowaar op te wachten, de foute uitspraak van onze namen konden we door de vingers zien. Marijke, Clair (een Iers meisje uit ons hostal) en ik zouden vergezeld worden door drie Brazilianen en twee uur later kwam ook onze laatste reisgezel toe in onze jeep. Orlando zou de komende drie dagen onze bestuurder, kok en gids zijn.
Slechts een van de Brazilianen sprak gebrekkig engels en ik zou mijn gehavende Portugees moeten aanspreken om als go between dienst te doen. Het Spaans van de laatste maanden had mijn Portugese kennis flinke klappen verkocht, maar passief bleek het zijn mannetje nog wel te staan. We laadden de rugzakken op het dak van onze Toyota en vertrokken richting einder..
Al gauw zagen we aan de horizon het vlakke landschap vervagen in luchtweerspiegelingen, zoals je op een warme zomerdag soms de lucht boven de snelweg ziet trillen. Orlando vertelde ons dat de zoutvlakte naderde, maar eerst moesten we nog een kort bezoek brengen aan Colchani, een dorpje van zoutwinners waar we verwacht werden onze kooplustige plicht te vervullen. Na dit korte intermezzo draaide Orlando de jeep resoluut 180 graden en we reden recht de Salar in. Op een afstand van ongeveer 15 meter ging de grond onder onze wielen over van bruin zand in spierwit zout en voor we het beseften keken we uit over een onmetelijke vlakte. De eerste minuten reden we voorzichtig door grote, ondiepe plassen achtergelaten door de eerste regens, maar even verder kwamen we op het smetteloos witte, keiharde zout, dat zich ononderbroken uitstrekte tot aan de verre horizon. We stapten uit en een poging om onze zonnebril af te zetten werd ongenadig afgestraft door de verblindende reflectie van de zon boven ons. Orlando vertelde ons dat de zoutvlakte ooit een gigantisch meer was, dat door de uitbarstende lava van een aangrenzende vulkaan werd drooggelegd en sindsdien als dikke zoutkorst is blijven verder bestaan, op sommige plaatsen tot 20 meter diep. De tegenstrijdigheid met Wikipedia's minder spectaculaire verklaring nemen we er graag bij.. je moet ook niet alles geloven wat er op het internet gezegd wordt.
We reden verder de witte wijdsheid in en al gauw waren we langs alle kanten omsingeld door de uitgestrekte zoutwoestijn. We passeerden enkele hotels, die volledig uit zoutblokken bleken opgetrokken en dienst deden als museum, en tegen de middag kwamen we aan op het Isla del Pescado. Aan dit rotseiland, in de vorm van een liggende vis, stonden reeds een stuk of 10 andere jeeps waarvan de bestuurders druk aan het koken waren. Ook Orlando kweet zich aardig van zijn taak en na onze lunch waagden we ons op de stenen oase. Midden in het zout en volledig overgroeid door grote cactussen tot 10 meter hoog is het de obligate halteplaats voor elke tour en tegen dat we terug bij onze jeep waren stonden er nog eens 25 extra geparkeerd, vergezeld van twee bussen. Na enkele perspectieffoto's, waar ook alle andere toeristen hun creativiteit op botvierden, stapten we terug in. Een uur later lieten we de zoutvlakte achter ons, die weer even snel en subtiel overging in bruine aarde, en nog een uur later kwamen we aan in ons eerste hostal, waar we al snel vergezeld werden door drie andere groepen.
De volgende morgen vertrokken we vroeg voor wat een lange dag zou worden in de auto, omringd door immer veranderende landschappen. We reden door eindeloze zandvlaktes, begrensd door bergen en vulkanen, stopten bij badende flamingo's in een groots meer, passeerden door een woestijn met surrealistisch geërodeerde rotsformaties waar Dali zich op liet inspireren en eindigden onze lange tocht in de vroege namiddag bij Laguna Colorada. Dit gigantische meer, grote stukken roodgekleurd door een bepaald soort algen, was ook nu weer een trekpleister voor flamingo's, die in hun onverstoordheid de indruk gaven alsof ze daar altijd al geweest waren en ook voorgoed zouden blijven.. ondanks de zwermen toeristen die samen met ons geland waren.. De woeste natuur van het grillig gekleurde meer was hoe dan ook indrukwekkend genoeg om zijn vervelende populariteit te compenseren.
De tweede en laatste morgen begon pijnlijk vroeg, omdat we geisers zouden passeren, die actiever zijn in de ochtendkoude.. en blijkbaar ook meer zwavelstank produceren. Na deze warme luchtspuwers, met bij wijlen monsterlijke allures, wachtte ons een warmwaterbron waar we zouden ontbijten en een bad konden nemen... ..zo hadden echter ook 35 andere groepen erover gedacht en de overrompeling ontnam ons de behoefte proper te zijn. Met drie besloten we na het ontbijt bij het warmwaterbad te blijven, terwijl de drie Brazilianen graag een bocht van twee uur wilden maken langs Laguna Verde, dat volgens Orlando toch niet groen zou zijn wegens te weinig wind voor de kleurende mineralen. Voor ons begonnen twee heerlijk relaxte uren, alle andere jeeps reden immers ook langs het groene meer en wanneer we een half uur later de ontbijtzaal uitstapten was het bad leeg.. We namen een veel te lange duik, Marijke werd lichtjes onwel van de aanhoudende warmte, en kuierden wat rond het aangrenzende meer. Dat even later de Brazilianen foto's van het helemaal groene meer toonden deed niets af aan de twee weldadige uren rust die we juist hadden gehad. We kropen terug op onze plaatsen in de auto voor zes uur dirtroad tot in Uyuni, met enkel de lunch als pauze.. ik was zowaar blij dat ik na een paar uur mijn boek uit mijn rugzak opdiepte op het dak en de landschappen even links en rechts kon laten liggen..
De zoutvlakte was adembenemend, de woestijnlandschappen desolaat en de meren prachtig, maar de vele uren in de Toyota begonnen door te wegen. Soms maakten de vergezichten je stil, was de weidse oneindigheid verstommend en leek het alsof elk moment een dinosaurus zijn plek zou opeisen binnen het prehistorische decor van de onwrikbare valleien, ...maar de drukte stoorde. Het dierentuintoerisme, waarbij je omringd wordt door hordes toeristen en iedereen op dezelfde plaats stopt om dezelfde bijzonderheid te bekijken en dezelfde foto te nemen kwam op het einde danig de strot uit. Ik ben uiteraard zelf ook een toerist en wil niet doen alsof ik enkel de exclusiviteit opzoek, maar de gringotrail door Latijns-Amerika is me soms wat te bekend en het is zoeken naar andere routes die minder overwoekerd zijn.. ..wie mooi wilt zijn moet pijn lijden en ook ernaar kijken vraagt blijkbaar soms heel wat doorzettingsvermogen..

de film is beter dan het boek - Salar de Uyuni